De spelen zijn geweest. En het is mooi geweest. Niet alleen zijn er records gezet, in het zetten van records zijn zelfs records behaald. Reden voor een feestje en alle lof, dus.
En net dat laatste is mij nogal tegengevallen tijdens de spelen. Daarmee doel ik met name op de verslaggeving van de Nederlandse pers. Was het al tijdens de opening van het spektakel dat ik overschakelde naar de BBC [ik hoef écht niet te weten dat die jongens op een trommel aan het trommelen zijn.], bij het verslaan van enkele prestaties van 'onze jongens en meiden' kreeg ik toch wel plaatsvervangende schaamte.
Zoals ik het zie, doe ik het ze allemaal niet na. Zelfs na tien minuten uit de marathon stappen zie ik niet als opgeven, want ik lag voor de start al in de fontein. En al word je zesde, dan ben je altijd nog zesde van de wereld in die sport. Zesde van ongeveer zes miljard mensen! Maar hoe noemt de pers dat? Teleurstellend, matig, tegenvallend, ondermaats en wat al niet meer, of minder.
Dus als je niet minimaal op het podium staat, heb je afgedaan, en had je volgens de objectievelingen niet eens op kosten van het NOC naar dat bierprethuis gevlogen mogen worden. Zo zwart-wit is de televisie dus geworden.
Ik trek mijn plan volgende keer nog verder door, en zet de televisie op een zender waar ik de taal niet van versta, dan kun je net doen alsof het allemaal super gaat volgens de commentator, en heb je de spelen van je leven!