Op weg naar een afspraak liep ik langs een rij auto's. Daar drong een geur mijn neus binnen die mij even stil deed staan. Je kent dat wel - tenminste, ik hoop dat je het kent - een vlaag van een bekende geur neemt je mee naar die fijne herinnering uit het verleden. Bloesem uit de tuin van de buren, schapewol van je logeerpartijtje en, in dit geval, de dieselolie van de boot van je grootouders.
De fijne tochtjes die we maakten, de blikjes frisdrank uit het koelkastje onder de stoel en die spannende keer dat de motor in de fik stond. Prettige herinneringen aan prettige tijden.
En zo snel als het er was, was het weer weg. Je probeert nog wat van die herinnering op te snuiven, maar tevergeefs. Zou het niet mooi zijn als je ergens een potje van die geur had, zodat je af en toe even kon ruiken? En daarnaast het poje met wollige schapenlucht, en daarnaast het potje met haarlak van je vriendinnetje, en daarnaast...
Het laat zich raden; niemand loopt met potjes in zijn broekzak - hoop ik, tenminste - en niemand weet van tevoren welke lucht later nog eens een fijne herinnering oproept. De moraal, zoals zo vaak: geniet van de dingen die je meemaakt, zodat je ze ooit nog eens in een vlaag van verstandsvergrijzing kunt herbeleven.