Category: "Wonder"
Kijkend naar de datums van de vorige posts realiseerde ik mij dat er al enige tijd geen bericht geplaatst is. Niet alleen past dat in de coronatijd die alles leek stil te zetten, maar het zat ook in het idee dat De Dingen Die Gebeuren niet zo interessant zullen zijn voor het miljoenenpubliek dat deze site bezoekt... Dat wil niet zeggen dat er niks noemenswaardig was. Ik ben verhuisd. Toch een moment van afsluiten en beginnen van een deel van mijn leven. Daarbij ontstond een interessante gewaarwording over de waarde van een huis.
In materiële waarde blijf ik mijzelf vertellen dat ik mij gelukkig mag prijzen. Zou dat in zo'n klikketie-klikketie apparaat zitten waarmee vroeger de producten werden gestickerd? Mijn oude huis is voor een huizenprijzen-gekte-bedrag verkocht en mijn nieuwe huis heb ik met brutaal overbieden gewonnen. Zoals de makelaar zei: "Je hebt 'm!" Daarbij zorgde de historisch-lage-rente-die-laag-zou-blijven-maar-al-is-verdubbeld voor maandlasten waar je je bijna voor zou schamen. Allemaal zoals de dingen gebeuren in gekke tijden.
Die tonnen aan geld zijn ongrijpbaar. Niet alleen kun je niet even wat kleingeld van de muur schrapen maar je kijkt niet naar een huis zoals je naar het bedrag op de huismerkkaas kijkt. Dat scheurtje in de verf van het kozijn dat bijgewerkt moet worden doet je wel denken hoeveel tientjes dat dan gaat kosten.
Zoals in veel liedjes treffend wordt bezongen, is een huis meer dan verf op een kozijn. Het is de plek waar herinneringen worden gemaakt en opgehaald. Het is een dak boven je hoofd in een storm en een beschutte plek onder je boom in de tuin. Het is waar je lacht en huilt en voor sommigen de plek waar je leven is begonnen. In die zin hoop ik dat mijn huis de komende jaren nog flink in waarde mag stijgen.
Deze post speelt al een tijd in mijn hoofd. Net als de beelden van 'de jeugd' die het niet meer pikt om later-als-zij-groot-zijn op te moeten draaien voor de rotzooi die de volwassenen vandaag maken en dumpen in de wereld van morgen. De groene Greta's scanderen in groten getale dat er iets moet veranderen, al dan niet bijgestaan door wereldwijde fondsen voor wie die trendende publiciteit ook wel prettig uitkomt. Het doet mij denken aan de staking op mijn middelbare school, waar enkelen in plaats van zitten en opletten het geadopteerde lokaal in een fris kleurtje schilderden en de rest vanaf de zonnige recreatieplas hun onvrede liet blijken. Ik vraag mij af in hoeverre een dag vrij leidt tot een betere toekomst.
Het lied dat naast deze beelden door mijn hoofd echoot is Land of Confusion van Genesis, overigens een klassieker uit de school van rock. "This is the world we live in, and these are the hands we're given." Een zin die duidelijk nog steeds geldt. Een protest tegen de gevestigde orde en een oproep om het anders te doen. Zo ook verkondigd in de tekst: "My generation will put it right. We're not just making promises, that we know we never keep." Een krachtig voornemen, voorzien van beelden die de wereldleiders van dat moment neerzetten als karikaturen met een zacht karakter.
Maar wacht eens even...
'My generation', dat ben ik toch? Dat zijn toch die mensen die op de fiets naar het Binnenhof of met de Tesla naar Schiphol-Rijk gaan? En die daar de beloftes uitvoeren die wij maakten toen wij meebrulden met de muzikanten van het begin van dit verhaal? Waar heb ik dit eerder gelezen? Misschien is de moraal van deze niet-eindigende vertelling dat de geschiedenis zich herhaalt en de stakers van vandaag over enkele decennia hun daden zullen moeten verantwoorden aan hun kinderen. Dus laat die jeugd maar lekker een dag vrij nemen en samen reclameren onder de hoede van de natuurbeschermers. Als die beelden in je hoofd blijven zitten, blijft er hopelijk ook een stukje besef hangen waar de wereld toch een beetje beter van wordt.
Wordt vervolgd... stond er enige tijd geleden onder een bericht. Daar wordt het dan eens tijd voor. Dit bericht is het gevolg op het idee van netwerken. Hoe kom je aan je werk, vrienden en kennis? Inmiddels ben ik ruim een jaar werkzaam op verschillende plekken binnen de Hogeschool van Amsterdam. Daar ben ik gekomen door een tip van een vriend van mij, waar ik die collega nog steeds dankbaar voor ben. In het afgelopen jaar heb ik meerdere mensen verteld dat ik op deze werkplek heb gevonden wat ik al enige tijd zocht, en dat geeft uiteindelijk veel plezier in het werk. Dat is toch waar het om gaat. Inspiratie om te gebruiken wat je kunt en weet, en verder te komen dan je bent. Dat is eigenlijk hetzelfde wat je als opleider aan anderen leert, dus waarom zou je jezelf dat niet aantrekken?
Die werkplekken zijn behoorlijk in ontwikkeling, er wordt hard gewerkt om de kennis en vaardigheden op een steeds inspirerender manier bij de studenten te laten bloeien. Dat kost wat zweet, en er zal wel eens een ander zout druppeltje vallen, maar zoals een andere collega van mij terecht zei, het is ook een kans om een verschil te maken, hoe klein ook. Dat zal toch voor de meeste leraren de belangrijkste motivatie zijn om leraar te zijn. Komend jaar worden er belangrijke keuzes gemaakt. Door managers, opleiders en studenten. Ik kijk al uit naar de bijeenkomsten om die keuzes te kunnen begeleiden in goed overleg met mensen in mijn netwerk. En dat terwijl in voornoemd bericht netwerken door mij als niet zo prettig werd omschreven. Ook hier is het maar net hoe je het bekijkt, Naast het netwerk van kennis om van te leren, is er ook een groep mensen met wie je samen net werk aflevert. En dat gaat heel prettig als die mensen dezelfde kant op kijken en denken.
De keuzes van deze mensen hebben grote gevolgen. Want er staat alweer een record aantal studenten te trappelen (neem ik dan maar even aan) om met de opleiding te beginnen en zij zullen al wat nieuw geleerd wordt weer doorgeven aan de kinderen die zij les gaan geven. Als dat geen netwerk van kennis is... Ik zal blijven vragen aan ieder die leraar wil worden of deze het zeker weet, maar ik weet zeker dat het een van de mooiste keuzes is die je kunt maken.
Het is wel moeilijk.
Het is soms best moeilijk om je in te leven in de gedachten van de ander. Je moet er al moeite voor doen om mee te beginnen. Er zijn maar weinig mensen die ik ken die zich van nature inleven, en zij hebben mijn bewondering. En daarbij wordt die moeite niet altijd beloond zoals je zou denken.
Als leerkracht heb ik veel gesprekken gevoerd, en daar zaten leerzame momenten tussen waarbij beide partijen aan hun kantje van de tafel hun uiterste best deden om hun standpunt te verdedigen. Dat standpunt was na één keer wel duidelijk dus verder werd het een potje verbaal touwtrekken met als inzet wie er uiteindelijk aan het kortste eind zou trekken. Op zeker moment kwam bij mij de gedachte op dat op deze manier geen van beiden er iets wijzer van werd, en dus het kind niet slimmer.
Daarop heb ik een filosofie voor mijzelf bedacht, noem het een vuistregel. In dergelijke gesprekken ging ik er vanuit dat de andere kant wel degelijk redenen had om er eigen gedachten op na te houden, en dat die dus juist waren. Al was het maar voor de têguhpaghtei. "De ander heeft altijd gelijk." Heb ik mij sindsdien altijd voorgenomen in zulke gesprekken. En ja, als je dichter tot elkaar komt, versta je elkaar beter, die moraal was al duidelijk.
Inleven is nog iets anders dan "voor een ander denken". Voor diegenen die de ervaring hebben, of zullen krijgen, dat ik principieel en moeilijk kan zijn in discussies; meestal is de kern van mijn irritatie daarop terug te voeren. Waarom dan mijn goede voornemen om moeite te steken in het meer denken aan de ander? Ach, het willen worden wat je niet bent is zo'n menselijke eigenschap dat zelfs artificiële levensvormen ermee worden uitgerust.
En niet iedereen deelt zijn gedachten graag. Ja, 'ik heb vandaag heerlijk cupcakes gebreid' staat fier op elk sociaal medium, maar wanneer je 'Ik zou mijn collega het liefst op zijn bek slaan' post, dan gaan anderen daar toch wel dingen over denken. En als je een gedachte uitspreekt die de ander juist niet had, werk je jezelf soms in problemen die je niet met anderen wilt delen. Het is wel moeilijk.
"Je kunt ook nee zeggen." Is een regelmatig gehoord advies. Tja, het is een vorm van egoïsme waarbij je duidelijk bent en anderen ook eens de kans geeft zelf uit te vinden wat ze eigenlijk wel wisten, maar mijn ervaringen hierin zijn dat de mensen tegen wie ik nee zeg vervolgens ook geen contact meer opnemen. Dat was nu ook weer niet de bedoeling.
En dan hebben we ook nog het denken-aan-de-ander-die-niet-aan-de-ander-denkt. Een zinloze vorm van denken aan de ander en de redenen waarom zij midden op het fietspad afstappen, hun asbak op straat legen of in de supermarkt recht voor je neus ook even in de koeler gaan kijken. Je schiet er niks mee op en zij denken er toch niet aan. Dan heb ik liever de egoïst die de ander tenminste nog ziet.
Dus een nieuwe filosofie. Een uitbreiding op de eerdere stelling. De moeite nemen om te bedenken dat de ander vast een goede reden heeft om te doen wat deze doet, en daar vooral positief op te reageren. Vrienden reageerden heel vriendelijk door te zeggen dat ik niet hoefde te veranderen en vooral mijzelf moest blijven. Dat deed mij erg goed. Dat zij dit zeiden omdat zij zich dan ook niet hoefden inhouden laten we maar even buiten beschouwing.
Ik zie het als een nieuwe vorm van egoïsme. Wie slaat kan een klap terug verwachten. Dit kunnen we dus ook omkeren. Als je positief over anderen denkt, geeft dat je weer positieve gedachten, en daar word je toch blij van?!
Niemand dacht dat het makkelijk zou worden.
Tijdens een les begin deze week schreven studenten op het bord: "Alles kan kapot." Mijn angst dat ze massaal in opstand zouden komen en vakkundig mijn digibord zouden slopen, werd snel weggenomen door te verwijzen naar andere teksten op het bord over verliefdheid.
Wonderlijk genoeg heb ik dezelfde uitspraak deze week nog een paar keer gehoord. En daar ik steeds minder in toeval ga geloven, moest ik er even over nadenken.
Het uitspreken van de abolute stelling is gelijk een wens. Dat lijkt mij een tegenstelling. Ergens speelt het besef dat datgene wat eeuwig en betrouwbaar is, kapot kan. En daarmee is het geloof in een onvoorwaardelijk bondgenootschap al niet reëel. En daarna? Wil je iets hebben dat je kapot gemaakt hebt? En vind je jezelf dat dan nog waard?
Even verder filosoferend trok ik de conclusie dat het helaas zo vaak gebeurt, dat we daarmee onze dromen kapot maken, dromen van dat wat we niet hebben. Misschien moeten we maar blij zijn met wat we al hebben, of niet krijgen.
Toevallig genoeg speelt aaitjoens op dit moment het prachtige Cannonball van Damien Rice, om het in perspectief te zetten.